Transmuraal Incidenten en Calamiteiten Melden (TICM)

Achtergrond informatie
In de acute zorgketen vinden calamiteiten plaats waarbij meerdere ketenpartners betrokken zijn. Deze incidenten/calamiteiten moeten gemeld worden bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ).
Het blijkt dat het bij calamiteiten, die plaatsvinden in de keten, moeilijk is om alle relevante informatie voor de analyse en rapportage met betrekking tot de calamiteit goed te verzamelen binnen de hiervoor gestelde termijnen.
Daarom is in 2017 een pilot gestart in regio Zuid Limburg met Transmuraal Calamiteiten Melden, aangevuld met complexe incidenten (TICM) in de acute zorgketen op basis van behoefte van leden van het netwerk.

Werkwijze
Een ketenpartner kan een incident/calamiteit, dat heeft plaatsgevonden in de acute zorgketen én waarbij minimaal 2 partners bij betrokken zijn én welke meldingsplichtig is bij de inspectie, aanmelden bij het NAZL voor een TICM procedure.
De betrokken partner verzamelen intern gegevens en voeren een analyse uit volgens de richtlijnen van de organisatieprotocollen. Voordat de rapportage plaatsvindt naar de IGJ wordt een TICM bijeenkomst georganiseerd door het NAZL, waarbij vertegenwoordigers van de betrokken partners aanwezig zullen zijn. Tijdens deze bijeenkomst worden ontbrekende gegevens in de analyse aangevuld en worden gezamenlijke verbeteracties geformuleerd. Daarna wordt door de individuele partners de rapportage naar de IGJ gestuurd.

Aanvankelijk was het de bedoeling om na de gebruikelijke analyses een vergadering te beleggen om evt. ontbrekende gegevens aan te vullen, vóórdat de rapportage naar de inspectie gaat.
Echter heeft zich na de startbijeenkomst een intensieve samenwerking ontwikkeld, waarbij de betrokken ketenpartners al samen zitten met het afnemen van de interviews (gegevens verzamelen). Afhankelijk van de situatie wordt ook de analyse samen gedaan. In enkele gevallen is zelfs een gezamenlijke rapportage naar de inspectie verstuurd.

De bijeenkomsten van de TICM commissie worden gebruikt om de casussen te evalueren, verbeterpunten te delen en te discussiëren over algemene zaken ten aanzien van de afhandeling van calamiteiten. Dit wordt door de leden als zeer positief beoordeeld. Vandaar dat recentelijk besloten is om ook de complexere incidenten mee te nemen in de procedure.